Belanghebbende, X, woont tot 2 februari 2005 bij zijn ouders op het adres a-straat 2 te L. Van 2 februari tot 18 oktober 2005 is het gezin woonachtig op het adres b-straat 56 te L en vanaf 18 oktober 2005 op het adres C-straat 19 te M. Op 11 december 2006 verhuist het gezin naar het in Duitsland gelegen adres D-Straße 9 te N. Op enig moment daarna verhuist X naar het adres E-Straße 31 te Z, Duitsland. X reageert niet op het uitgereikte aangiftebiljet IB/PVV 2005, de herinnering en de aanmaning tot het doen van aangifte. De inspecteur legt daarop met dagtekening 14 februari 2008 ambtshalve een aanslag op die hij verstuurt naar het adres D-Straße 9 te N. Als X niet betaalt, stuurt de belastingdienst een aanmaning en dwangbevel naar hetzelfde adres. Op 29 mei 2008 wordt X door een belastingdeurwaarder aangetroffen op een parkeerplaats. De deurwaarder legt beslag op de auto van X ter zake van de aanslag IB/PVV 2004. Op 8 september 2008 stuurt de belastingdienst opnieuw de aanslag IB/PVV 2005, nu naar het door X bij gelegenheid van de beslaglegging op de auto opgegeven adres. Op 13 november 2008 ontvangt de belastingdienst een bezwaarschrift van X. In geschil is de ontvankelijkheid van dit bezwaar.
Hof Leeuwarden oordeelt dat X de te late indiening van het bezwaar aan zichzelf te wijten heeft omdat hij nagelaten heeft een adreswijziging naar de belastingdienst te sturen. X heeft met de kopie van de brief die hij zou hebben verzonden althans onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij een adreswijziging heeft verstuurd. Gelet op het voorgaande is het de inspecteur niet te verwijten dat hij de aanslag heeft verstuurd naar het hem laatst bekende adres van X, te weten D-Straße 9 te N. Conclusie is dat het bezwaar van X te laat is ingediend. Ten overvloede overweegt het hof nog dat X nadat hij naar eigen zeggen (op 8 september 2008) bekend is geworden met de aanslag niet zo snel als mogelijk (binnen 14 dagen) alsnog bezwaar heeft ingediend. Daarmee is het bezwaar hoe dan ook niet-ontvankelijk.