De Hoge Raad oordeelt dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevoegd is met betrekking tot beschikkingen die zijn genomen op grond van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven. 

Belanghebbende, X, ontvangt een beschikking tegemoetkoming buitengewone uitgaven (hierna: TBU) resulterend in een te betalen bedrag van € 1.328. Nadat Rechtbank Assen zijn beroep tegen de beschikking heeft afgewezen stelt X, conform de rechtsmiddelverwijzing van de rechtbankuitspraak, hoger beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze instantie acht zich echter onbevoegd en stuurt het beroepschrift door naar Hof Arnhem-Leeuwarden. Hof Arnhem-Leeuwarden acht zich evenmin bevoegd en verzoekt de Hoge Raad een beslissing te nemen over het jurisdictiegeschil.

De Hoge Raad oordeelt dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevoegd is met betrekking tot beschikkingen die zijn genomen op grond van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven. Hoewel de rijksbelastingdienst belast is met de uitvoering van de TBU, kan de toekenning van de tegemoetkoming niet worden aangemerkt als heffing van belasting, aldus de Hoge Raad. De TBU is geen belastingwet in de zin van art. 2 lid 1 letter a AWR. En nu de TBU ook geen bepaling bevat waarin de AWR van overeenkomstige toepassing wordt verklaard, is de beschikking TBU niet aan te merken als een ingevolge de belastingwet voor bezwaar vatbare beschikking. Het is evenmin een belastingaanslag. Conclusie is dat tegen de beschikking TBU geen beroep openstaat bij de belastingrechter. De Hoge Raad oordeelt dat de algemene bestuursrechter bevoegd is en draagt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de zaak alsnog in behandeling te nemen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:1

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26

Wet op de rechterlijke organisatie 77

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

2

Gerelateerde artikelen