Het HvJ EU oordeelt dat België in strijd met het EU-recht heeft gehandeld door het verschil in behandeling van ingezeten en niet-ingezeten beleggingsvennootschappen te handhaven. Volgens het HvJ EU is er sprake van een verboden beperking van het vrije verkeer van kapitaal.

In België gevestigde beleggingsvennootschappen kunnen de roerende voorheffing verrekenen met de verschuldigde belasting. Verder geldt voor deze vennootschappen een vrijstelling voor bepaalde inkomsten en kunnen zij slechts in uitzonderlijke gevallen worden belast. Dit is niet van toepassing op niet-ingezeten beleggingsvennootschappen die geen vaste inrichting in België hebben. De Europese Commissie is een precontentieuze procedure tegen België gestart omdat het verschil in behandeling een belemmering van het vrije verkeer van kapitaal vormt en een beperking van de vrijheid van vestiging.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) concludeert dat België niet de op hem krachtens het EU-recht rustende verplichtingen is nagekomen. België heeft namelijk regels inzake de belasting op inkomsten uit kapitaal en roerende goederen gehandhaafd die verschillen naargelang deze inkomsten worden verkregen door ingezeten beleggingsvennootschappen of door niet-ingezeten beleggingsvennootschappen die geen vaste inrichting in België hebben.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 27 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen