Aan de heer X is over 2014 een IB-aanslag opgelegd. In geschil is de hoogte van de aftrekbare zorgkosten en de giftenaftrek. Volgens Rechtbank Noord-Holland is het beroep van X niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. X gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, aangezien de verminderingsbeschikking van 24 maart 2016 - evenals de uitspraak op bezwaar van 9 maart 2016 - het opschrift ‘uitspraak op bezwaar' heeft, een rechtsmiddelenverwijzing bevat en expliciet vermeldt "vóór 6 mei 2016 moet uw beroepschrift ingediend zijn bij de rechtbank" (zie HR 25 november 2016, nr. 16/02253, V-N 2016/62.6). De professionele gemachtigde van X kon daarom ondanks zijn ruime proceservaring redelijkerwijs menen dat hij vóór 6 mei 2016 nog tijdig beroep kon instellen. Het beroep van X is gegrond. Voor een inhoudelijke benadeling van de zaak in eerste aanleg wordt de zaak teruggewezen naar de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 2 januari