Namens belanghebbende, X bv, dient mr. A een beroepschrift in tegen een uitspraak op bezwaar van de gemeente 's-Hertogenbosch.
Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van X bv wegens het ontbreken van een volmacht niet-ontvankelijk. Er is een lastgeving overgelegd die is gegeven aan een belastingadvieskantoor en bij substitutie aan mr. A. Deze lastgeving is echter niet namens X bv maar namens een andere bv ondertekend (hierna: de bv). Bij dit geschrift is tevens een in de Duitse taal opgestelde overeenkomst overgelegd die betrekking heeft op de zakelijke verhouding tussen X bv en de bv. Uit deze stukken blijkt echter niet dat de bv bevoegd is om op te treden namens X bv. Deze bevoegdheid volgt ook niet uit de algemene beheerstaken van de bv. De bv is namelijk enkel in huurgeschillen gerechtigd om namens X bv bij de kantonrechter op te treden en niet in zaken als onderhavige. De rechtbank houdt het er daarom voor dat de bevoegdheid voor het voeren van een procedure als de onderhavige door X bv niet is overgedragen. Door het ontbreken van de vereiste machtiging kleeft er een verzuim aan het beroepschrift en dit verzuim is niet binnen de daarvoor door de rechtbank geboden termijn hersteld. De rechtbank verklaart het beroep onder verwijzing naar HR 10 januari 2014, nr. 13/02112, V-N 2014/5.9 niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet bestuursrecht 6:5