Met dagtekening 7 maart 2013 geeft de Belastingdienst aan belanghebbende, X, een informatiebeschikking die betrekking heeft op de omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2009 t/m 31 augustus 2012 en de aangiften IB/PVV over de jaren 2009 t/m 2011. De aanslagen IB/PVV en Zorgverzekeringswet (Zvw) voor de jaren 2009 en 2010 zijn dan al opgelegd en daartegen loopt nog een bezwaarprocedure. Op die bezwaren doet de Belastingdienst op 10 mei 2013 uitspraak. De aanslag IB/PVV 2011 wordt opgelegd met dagtekening 10 januari 2014. In geschil is de rechtmatigheid van de informatiebeschikking.
Hof Den Haag sluit zich volledig aan bij de beslissing van Rechtbank Den Haag over de informatiebeschikking. De rechtbank verklaarde de beroepen van X tegen de informatiebeschikking niet-ontvankelijk en ongegrond. De informatiebeschikking moet, voor zover die betrekking heeft op de IB/PVV en de Zvw voor 2009 en 2010, worden geacht te zijn gegeven voor de ophanden zijnde uitspraken op bezwaar. Met de uitspraken op bezwaar is de informatiebeschikking van rechtswege komen te vervallen, zodat het beroep in zoverre niet-ontvankelijk is. Voor zover de informatiebeschikking betrekking heeft op de IB/PVV 2011 oordeelt de rechtbank dat de beschikking met het opleggen van die aanslag eveneens van rechtswege is komen te vervallen en het beroep ook in zoverre niet-ontvankelijk is. Voor zover de informatiebeschikking betrekking heeft op de omzetbelasting is het beroep hiertegen ongegrond omdat de informatiebeschikking terecht is genomen.