Landbouwer X verkoopt cultuurgrond aan een natuurstichting. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat voor zover de ontvangen koopsom de WEVAB te boven gaat, er geen sprake is van winst die onder de landbouwvrijstelling valt en stelt de WEVAB in goede justittie vast.

Belanghebbende, landbouwer X, verkoopt en levert ruim 8 ha cultuurgrond aan een stichting voor particulier natuurbeheer voor € 385.057 ofwel voor € 45.820 per hectare. De grond staat voor een veel lagere waarde in de boeken van X. Voor zover de verkoopprijs de waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB) overstijgt, belast de inspecteur de (meer)waarde als belaste bestemmingswijzigingswinst. De inspecteur corrigeert daartoe de aangifte IB 2010. De inspecteur gaat uit van een WEVAB van de grond van € 280.693. In beroep stellen partijen over en weer dat de door de andere partij aangevoerde referenties voor de onderbouwing van de WEVAB niet geschikt zijn om als vergelijkingsmaatstaf te dienen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat met de verkoop van de grond een bestemmingswijziging heeft plaatsgevonden ook al is het feitelijk gebruik van de grond niet veranderd. Volgens de rechtbank is geen sprake van winst die onder de landbouwvrijstelling valt indien en voor zover de door X ontvangen koopsom de WEVAB van de grond te boven gaat. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat geen van beide partijen de door hem bepleite WEVAB aannemelijk heeft gemaakt en stelt daarom zelf de WEVAB in goede justitie vast op € 348.766 (€ 41.500 per hectare). Per saldo is in totaal € 36.291 belast als bestemmingswijzigingswinst.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 11 december

103

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen