Belanghebbende, X, komt in bezwaar, beroep en hoger beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden door uitspraak te doen nog voor de termijn van twee weken was verstreken waarbinnen X kon reageren op een brief van de rechtbank. Het hof wijst de behandeling van de zaak terug naar de rechtbank. De overige grieven van X behoeven geen behandeling meer. Het hof kent X een proceskostenvergoeding toe van € 1237,50, te weten € 495 vermenigvuldigd met 2,5 proceshandelingen (één punt voor het hogerberoepschrift, een half punt voor de schriftelijke zienswijze na incidenteel hoger beroep en één punt voor het verschijnen ter zitting van het hof).
De Hoge Raad oordeelt dat het schrijven van een schriftelijke zienswijze na incidenteel hoger beroep wordt beloond met één procespunt. Dit staat in onderdeel A1, punt 16 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht. Het hof heeft voor deze handeling ten onrechte slechts een half punt in aanmerking genomen. Het hof verhoogt de proceskostenvergoeding in hoger beroep tot € 1485.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75