De heer X is bestuurder van A bv. De activiteiten van de bv bestaan uit het voor derden uitbenen van vlees. In 2003 voert de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) een strafrechtelijk onderzoek uit. Als gevolg hiervan is een forse naheffing in de loonsfeer aan A bv opgelegd. In geschil is of X door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor het onbetaalde deel van de aanslag.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de naheffing het gevolg is van opzet of grove schuld van A bv, zodat geen rechtsgeldige melding van betalingsonmacht kon worden gedaan (zie HR 23 december 2011, nr. 10/01211, V-N 2011/67.18). Uit het SIOD-onderzoek blijkt namelijk dat er aan de werknemers contante vergoedingen werden uitbetaald, die niet op de loonstroken werden vermeld of anderszins in de administratie werden verantwoord en dat de werknemers vaak gebruik maakten van valse of vervalste stukken. X maakt niet aannemelijk dat het niet melden van de betalingsonmacht niet aan hem te wijten is. De vraag of sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur hoeft dus niet beantwoord te worden. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.