X bv exploiteerde een transportbedrijf. In juni 2006 wordt X bv ontbonden, aangezien het faillissement was opgeheven wegens de toestand van de boedel. Na onderzoek door de FIOD en de Belastingdienst volgt een nadeelsberekening en een naheffing in de loonsfeer. De heer A, voormalig dga van X bv, maakt bezwaar tegen de nadeelsberekening. Dit wordt opgevat als bezwaar van X bv tegen de (nog op te leggen) naheffingsaanslag. In maart 2007 wordt de vereffening van X bv heropend teneinde de aanslag te kunnen uitreiken, X bv vervolgens in gebreke en A aansprakelijk te kunnen stellen. Vereffenaar is de heer B, werkzaam als ontvanger bij de Belastingdienst. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de inspecteur het bezwaar van X bv ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Binnen zes weken na verzending van de uitspraak moet de inspecteur een nieuwe beslissing op bezwaar nemen. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de naheffing ook opgelegd had kunnen worden zonder heropening van de vereffening (HR 19 september 2003, nr. 38372). De inspecteur kan echter de eenmaal ingezette weg niet meer verlaten. X bv kan dus gewoon in bezwaar en beroep gaan. Het maakt niet uit dat de vereffening wederom is geëindigd. Volgt bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.