Aan de heer X is conform zijn aangifte een voorlopige IB-aanslag 2005 opgelegd. In juli 2006 gaat X in bezwaar. Aangezien de inspecteur na anderhalf jaar nog steeds geen uitspraak op bezwaar heeft gedaan, gaat X begin 2008 in beroep. Volgens Rechtbank Haarlem is het beroep tegen het niet-tijdig beslissen gegrond, doch het bezwaar tegen de aanslag is niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een belang. De voorlopige aanslag is namelijk al volledig verrekend met de definitieve aanslag. X stelt in hoger beroep dat de voorlopige aanslag alsnog vernietigd moet worden.
Hof Amsterdam (EK VI, 5 september 2013, 09/00263, V-N Vandaag 2013/2559) oordeelt dat het bezwaar van X nog steeds ontvankelijk is (zie HR 19 februari 2010, nr. 08/03784, V-N 2010/11.7), doch dat het uit oogpunt van effectieve geschilbeslechting niet opportuun is om de zaak nu nog terug te wijzen naar de inspecteur. X heeft geen belang meer bij de beoordeling van zijn bezwaar voor zover dit betrekking heeft op de vaststelling van de materiële belastingschuld. De aanslag is namelijk al volledig verrekend bij de definitieve aanslag en X heeft rechtsmiddelen aangewend tegen deze definitieve aanslag (zie nr. 12/00012). Bij de definitieve aanslag is alsnog de arbeidskorting toegepast over een deel van de WAO-uitkering dat door de werkgever van X als loonsuppletie was aangemerkt. Voor zover het bezwaar nog belang heeft, is het echter ongegrond. De voorlopige aanslag is namelijk opgelegd conform de aangifte. De inspecteur heeft alleen onrechtmatig gehandeld door niet, uiterlijk bij de ontvangst van het bezwaar tegen de definitieve aanslag, uitspraak te doen op het bezwaar. Gelet echter op de wederzijds bekende standpunten had X de procedure ook ingesteld als de inspecteur wel tijdig uitspraak op bezwaar zou hebben gedaan. X maakt niet aannemelijk enige (causale) schade te hebben geleden. Ondanks dat het hoger beroep van X gegrond is, krijgt X geen proceskostenvergoeding. Van enige op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht te vergoeden kosten is namelijk niets gebleken. De inspecteur hoeft slechts het griffierecht van € 110 aan X te vergoeden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 8:73