Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikt. De door X voorgestelde geïntegreerd behandeling is namelijk praktisch onmogelijk. De door de inspecteur beschreven werkwijze ten behoeve van de aanslagregeling is aanvaardbaar.

Belanghebbende, X, is de enige erfgename van A, haar moeder. In de aangifte erfbelasting is niet aangegeven dat A in verband met het overlijden van B (de moeder van A en de oma van X) in 2011 een aandeel had in de onverdeelde nalatenschap en recht had op een legaat (onder andere certificaten van aandelen in C bv). De inspecteur legt daarom een navorderingsaanslag erfbelasting op aan X. In geschil is of de inspecteur beschikt over een nieuw feit en of de aanslag te hoog is vastgesteld in verband met de waarde van de certificaten in C bv. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikt. De inspecteur hoefde het erfbelastingdossier betreffende de nalatenschap van oma niet te onderzoeken. De navorderingsaanslag wordt nog wel verminderd naar een belaste verkrijging van € 1,2 mln. X gaat in hoger beroep. Volgens haar heeft de inspecteur een ambtelijk verzuim begaan. Het dossier van haar moeder had volgens haar geïntegreerd behandeld moeten worden met het dossier van haar oma.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikt. De door X voorgestelde geïntegreerd behandeling is namelijk praktisch onmogelijk. De door de inspecteur beschreven werkwijze ten behoeve van de aanslagregeling is aanvaardbaar. Bij deze werkwijze wordt per overlijdensgeval een dossier aangemaakt waarin zich de documenten bevinden die betrekking hebben op dat overlijdensgeval. Er is geen sprake van een ambtelijk verzuim. Vervolgens stelt het hof vast dat de inspecteur kon volstaan met het raadplegen van het (digitale) dossier dat is aangemaakt ter zake van het overlijden van A. Voor de inspecteur bestaat niet de verplichting om (digitale) dossiers te raadplegen die zijn aangelegd voor andere belastingplichtigen, zoals het dossier ter zake van het overlijden van oma, omdat de niet onwaarschijnlijke mogelijkheid bestond dat de aangifte juist was. Het hoger beroep is verder nog wel gegrond, omdat partijen overeenstemming bereiken over de hoogte van de navorderingsaanslag. Het hof vermindert de navorderingsaanslag naar een belaste verkrijging van € 771.637.

Lees ook het thema: Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 6 september

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen