Rechtbank Den Haag oordeelt dat belanghebbende (X) niet aannemelijk maakt dat de te verrekenen ingehouden loonheffingen meer bedragen dan uit de systemen van de Belastingdienst blijkt, noch diens recht op de jonggehandicaptenkorting.

De adviseur van belanghebbende (X) vermeldt in de aangifte IB 2015 van X looninkomsten en loonheffingsbedragen die niet overeenkomen met die welke in de systemen van de Belastingdienst staan. De loonheffingsbedragen in de systemen van de belastingdienst zijn een stuk lager. Verder wordt de jonggehandicaptenkorting volgens de inspecteur ten onrechte toegepast. Dat leidt tot een te betalen aanslag.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de ingehouden loonheffingsbedragen hoger zijn dan de belastingdienstsystemen aanwijzen. Ook diens recht op de jonggehandicaptenkorting maakt X niet aannemelijk. Verder oordeelt de rechtbank dat de verklaring van de indiener van de aangifte dat X geen belasting zou hoeven betalen, geen te honoreren vertrouwen kan opwekken dat de aangifte gevolgd zou worden. Slechts de verweerder zou een dergelijk vertrouwen kunnen opwekken. Verweerder heeft dergelijke toezeggingen niet gedaan en is niet verantwoordelijk voor en gehouden aan uitlatingen van een derde.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 6 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen