Rechtbank Den Haag oordeelt dat belanghebbende (X) niet aannemelijk maakt dat de te verrekenen ingehouden loonheffingen meer bedragen dan uit de systemen van de Belastingdienst blijkt.

De adviseur van belanghebbende (X) vermeldt in de aangifte IB 2014 van X looninkomsten en loonheffingsbedragen, die niet overeenkomen met die welke in de systemen van de Belastingdienst staan. De loonheffingsbedragen in de systemen van de belastingdienst zijn een stuk lager. Dat leidt tot een te betalen aanslag vanwege de eerder verleende te hoge voorlopige teruggaaf. De inspecteur corrigeert een en ander. Het geschil belandt uiteindelijk bij de rechtbank.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de ingehouden loonheffingsbedragen hoger zijn dan de belastingdienstsystemen aanwijzen. Verder oordeelt de rechtbank dat de verklaring van de indiener van de aangifte dat X geen belasting zou hoeven betalen, geen te honoreren vertrouwen kan opwekken dat de aangifte gevolgd zou worden. Slechts de verweerder zou een dergelijk vertrouwen kunnen opwekken. Verweerder heeft dergelijke toezeggingen niet gedaan en is niet verantwoordelijk voor en gehouden aan uitlatingen van een derde.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 6 september

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen