Rechtbank Den Haag oordeelt dat de verschuldigde BPM gebaseerd moet worden op de oude lagere CO2-uitstoten van gelijksoortige auto's (NEDC 1). De enkele wijziging van het typegoedkeuringsnummer brengt niet met zich mee dat de gelijksoortigheid vervalt.

De Staatssecretarissen van Financiën hebben de kabinetsreactie op de eerste observaties van de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) naar de Tweede Kamer gestuurd.

Rond Prinsjesdag 2022 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de werkwijze ten aanzien van verzoeken van versoepeling en verlenging van de betalingsperiode voor corona-belastingschulden naar aanleiding van de aangenomen moties inzake de betalingsregeling.

Staatssecretaris Van Rij van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst wil slechts in een vertrouwelijke briefing met de Tweede Kamer ingaan op vragen van vragen van diverse Tweede Kamerleden over berichtgeving in de media over de fiscale behandeling van Uber. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat belanghebbende (X) niet aannemelijk maakt dat de te verrekenen ingehouden loonheffingen meer bedragen dan uit de systemen van de Belastingdienst blijkt, noch diens recht op de jonggehandicaptenkorting.

Rechtbank Noord-Holland verklaart het verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep van X niet-ontvankelijk. Het verzetschrift is buiten de termijn van zes weken ingediend.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat belanghebbende (X) niet aannemelijk maakt dat de te verrekenen ingehouden loonheffingen meer bedragen dan uit de systemen van de Belastingdienst blijkt.

A-G Wattel is van mening dat de volmacht van de gemachtigde niet toereikend is om alleen over de griffierechtvergoeding te procederen. De inspecteur heeft de fout van het hof inmiddels hersteld door aanvullend € 93 te betalen, zodat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is. Art. 19a Wet BPM 1992 geldt voor alle BPM-procedures “gestart naar aanleiding van een voldoening op aangifte”, dus juist ook als het geschil alleen (nog) maar gaat over de proceskostenvergoeding en het griffierecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op een proceskostenvergoeding in verband met het ingetrokken beroep, omdat niet is tegemoetgekomen aan haar beroep. De aanmaningskosten zijn terecht opgelegd.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR een uitputtende regeling is die ook van toepassing is op de verstrekking van onder de geheimhoudingsplicht vallende informatie over de verzoeker zelf.