Belanghebbende, X, krijgt van de Belastingdienst een aanmaning om op straffe van een verzuimboete aangifte IB/PVV te doen over het jaar 2009. Zijn gemachtigde dient op de laatste dag van de in de aanmaning genoemde termijn een uitdraai van de aangifte in. Dit omdat de aangifte vanwege een blokkering van het account van X op dat moment niet elektronisch verzonden kon worden. De inspecteur legt X de thans in geschil zijnde verzuimboete van € 226 op wegens het niet tijdig doen van aangifte. Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht het aannemelijk dat het niet tijdig doen van de aangifte op de voorgeschreven wijze enkel te maken had met problemen met het doen van elektronische aangifte. De rechtbank oordeelt dat sprake is van afwezigheid van alle schuld en vernietigt de verzuimboete. Gesteld noch gebleken is dat het aan X of zijn gemachtigde te wijten is dat het account is geblokkeerd, noch dat X of zijn gemachtigde op de hoogte was of redelijkerwijs had kunnen zijn van de blokkering.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a