Rechtbank Gelderland oordeelt dat de ongelijkheid ontstaat omdat de ene gelijksoortige auto wel en de andere niet op een zogenaamde restantvoorraadlijst van een officiële importeur staat. Daardoor is de BPM op een restantvooraad-auto meestal lager, maar wordt geen onderscheid gemaakt naar herkomst.

X doet in 2019 en 2020 BPM-aangiften voor zestien gebruikte personenauto's. Tot 1 september 2017 wordt de CO2-uitstoot bepaald aan de hand van de NEDC-testmethode (New European Driving Cycle). Vanaf 1 september 2017 geldt de WLTP-testmethode (Worldwide harmonized Light vehicle Test Procedure). De NEDC-testmethode (NEDC1) is gebaseerd op theorie. De WLTP-testmethode gaat uit van realistische rijgegevens. Als eerder voor het type auto een NEDC-resultaat is vastgesteld, dan is de nieuwe methode vanaf 1 september 2018 verplicht. De BPM die X op alle aangiften heeft voldaan, is berekend op basis van het NEDC2-resultaat, zijnde het resultaat van de WLTP-test dat via een EU-rekenmodel is omgerekend naar NEDC-maatstaven. Volgens X rust op fysiek identieke auto’s met een vergelijkbare datum eerste toelating een lagere bruto BPM. Er is zelfs een Ford C-Max van dezelfde datum gevonden met een BPM-verschil van € 1668. Zij stelt dat daarom altijd de NEDC1-methode moet worden toegepast.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de ongelijkheid ontstaat omdat de ene gelijksoortige auto wel en de andere niet op een zogenaamde restantvoorraadlijst van een officiële importeur staat. Daardoor is de BPM op een restantvooraad-auto meestal lager, maar wordt geen onderscheid gemaakt naar herkomst (zie ook Rechtbank Noord-Nederland 29 juli 2021, 20/1936, V-N Vandaag 2021/1957). De heffing is namelijk volledig onafhankelijk van de plaats van eerste registratie en de auto wordt steeds op dezelfde wijze behandeld. Van een ongerechtvaardigd onderscheid is dus geen sprake. Er is gelet op de jurisprudentie ook geen reden om prejudiciële vragen te stellen. De beroepen van X zijn ongegrond. Zij krijgt vanwege het overschrijden van de redelijke termijn nog wel een immateriële schadevergoeding van € 500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 19 januari

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen