Rechtbank Gelderland oordeelt dat de vrijspraak voor het opmaken van valse facturen niet tot gevolg heeft dat de inspecteur geen naheffingsaanslag loonheffingen meer aan de heer X mag opleggen. Het te weinig inhouden en afdragen van loonheffingen is namelijk een ander verwijt.
De heer X heeft een eenmanszaak, bestaande uit de groothandel in vakbenodigheden, het afwerken van vloeren en het stukadoren van wanden. X neemt diensten af van D vof, waarvan vijf Bulgaarse stukadoors de firmanten zijn. Vier van hen werkten eerst bij X. Naar aanleiding van een fraudemelding zijn onderzoeken uitgevoerd door de FIOD/Belastingdienst. Op basis hiervan is X strafrechtelijk vervolgd voor het opmaken van valse facturen, maar hij is vrijgesproken. In geschil is de naheffingsaanslag loonheffingen. Volgens de inspecteur zijn de Bulgaren in dienst van X.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de vrijspraak voor het opmaken van valse facturen niet tot gevolg heeft dat de inspecteur geen naheffingsaanslag meer aan de heer X mag opleggen. Het te weinig inhouden en afdragen van loonheffingen is namelijk een ander verwijt. Het vermoeden van onschuld geldt dus niet voor deze fiscale procedure (zie HR 2 juni 2017, nr. 15/05179, V-N 2017/28.3). Gelet op de feiten is sprake van een gezagsverhouding tussen X en de Bulgaren die zelf geen Nederlands spraken. Zo regelde X de offertes, bepaalde wie wat deed en had uitsluitend hij contact met hun boekhouder. X was bij de opleveringen en gaf zonodig opdracht tot herstel. De Bulgaren maakten bovendien gebruik van auto's en materialen van X. Zij werden contant door hem uitbetaald op basis van afspraken vooraf. Aan de verplichting om loon te betalen, is ook voldaan. X is dus terecht aangemerkt als werkgever/inhoudingsplichtige. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 2
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 11 februari