Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heer X in 2015 geen belastbaar voordeel uit sparen en beleggen heeft genoten. De waarde in het economische verkeer van de schuld aan de ANBI's is op 1 januari 2015 namelijk in ieder geval gelijk aan het saldo op 1 januari 2015 van zijn bankrekening.

Belanghebbende, de heer X, heeft een oom die in 2008 overlijdt. De oom blijkt een beleggingsrekening te hebben bij een Zwitserse bank met een saldo van circa € 600.000. X opent bij dezelfde bank een rekening en boekt het geld over. In mei 2014 doet X een beroep op de inkeerregeling. Kort daarop krijgt X inzage in het testament van zijn oom. Hierin staat dat drie algemeen nut beogende instellingen (ANBI's) als enig erfgenamen zijn benoemd. X boekt daarom € 432.614 over naar een derdenrekening van een notaris. Daarnaast eisen de ANBI's in 2018 ter finale kwijting nog eens € 250.000. In geschil is de IB-aanslag over 2015 en in het bijzonder de heffing in box 3. X stelt dat het op 1 januari 2015 aanwezige saldo van € 549.734 ruimschoots wordt overtroffen door de corresponderende schuld jegens de ANBI's.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X in 2015 geen belastbaar voordeel uit sparen en beleggen heeft genoten. De waarde in het economische verkeer van de schuld aan de ANBI's is op 1 januari 2015 namelijk in ieder geval gelijk aan het saldo op 1 januari 2015 van zijn bankrekening. De inspecteur stelt vergeefs dat de schuld op nihil moet worden gewaardeerd omdat X op de waardepeildatum niet de intentie zou hebben gehad om de schuld te voldoen. Zo heeft X nadat hij bekend was met het testament toch nog enige forse opnames gedaan. Het beroep van X is gegrond.

Lees ook het thema De inkeerregeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.19

Wet inkomstenbelasting 2001 5.3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 28 juni

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen