Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Turbogás als een ‘distributeur’ moet worden beschouwd. Wel is volgens het Hof van Justitie EU een vrijstelling van toepassing.

Het Portugese Turbogás Produtora Energética SA produceert elektriciteit via het stoken van aardgas. Een deel van de zelf opgewekte elektriciteit gebruikt Turbogás voor die productie. Alhoewel Turbogás geen recht heeft op een vrijstelling van accijnzen op zelf verbruikte elektriciteit, heeft zij deze elektriciteit niet aangegeven en daarop ook geen belasting betaald. Naar aanleiding van een controle maakt de Portugese Belastingdienst een raming van de hoeveelheid elektriciteit die Turbogás voor eigen doeleinden heeft verbruikt, en vordert Turbogás op om de achterstallige belastingen te betalen. Turbogás beroept zich echter op art. 21 lid 5 EG-richtlijn 2003/96. Volgens Turbogás zijn namelijk alleen kleine elektriciteitsproducenten op grond van deze bepaling belasting verschuldigd, en Turbogás zelf dus niet. De Portugese rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Turbogás als een ‘distributeur’ in de zin van art. 21 lid 5 EG-richtlijn 2003/96 moet worden beschouwd. Het Hof van Justitie EU merkt daarbij op dat Turbogás voor eigen gebruik elektriciteit produceert, en dat de omvang en hoofdactiviteit verder niet van belang zijn bij de beoordeling of er sprake is van distributie. Vervolgens wijst het Hof van Justitie EU er nog wel op dat het verbruik door Turbogás van een deel van de door haar geproduceerde elektriciteit voor de productie van elektriciteit weliswaar een belastbaar feit oplevert, maar dat de vrijstelling van art. 14 EG-richtlijn 2003/96 wel van toepassing is.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 28 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen