Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet bevoegd is om te antwoorden op de vragen van de Bulgaarse rechter. De levering van de onroerende zaak heeft namelijk plaatsgevonden vóór de toetreding van Bulgarije tot de EU.

Varna Holideis EOOD koopt eind 2004 een onroerende zaak. In 2015 stelt de hoogste Bulgaarse civiele rechter de nietigheid van de verkoop van de onroerend zaak vast. Varna Holideis moet derhalve de onroerende zaak teruggeven aan de verkoper, en de verkoper moet de verkoopprijs terugbetalen. De Bulgaarse Belastingdienst legt vervolgens een btw-naheffingsaanslag op aan Varna Holideis in verband met de in 2004 afgetrokken voorbelasting. Varna Holideis is het hier niet mee eens. De Bulgaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet bevoegd is om te antwoorden op de vragen van de Bulgaarse rechter. Het Hof van Justitie EU wijst er daarbij op dat de levering van de onroerende zaak heeft plaatsgevonden vóór de toetreding van Bulgarije tot de EU.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 28 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen