Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat voor het wijzigen van een tot stand gekomen onderlinge verdeling van een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel is vereist dat een dergelijk verzoek gezamenlijk wordt gedaan.

Belanghebbende, mevrouw X, is op huwelijkse voorwaarden gehuwd. In 2010 bezit X alle aandelen in C bv. De bv houdt zich bezig met de in- en verkoop en verhuur van machines en gereedschappen. De bv koopt in 2010 een boot voor € 547.400. Bij aflevering is deze echter op naam van de echtgenoot van X gezet zonder dat hiervoor een vergoeding aan de bv is betaald. De gehele winstuitdeling wordt bij de echtgenoot in aanmerking genomen. X is inmiddels van haar echtgenoot gescheiden en hij is op 1 september 2015 failliet gegaan. In geschil is of de inspecteur de winstuitdeling - op verzoek van de curator - alsnog voor de helft bij X kan belasten. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur bevoegd is om de correctie voor de helft aan X toe te rekenen. X gaat in hoger beroep. Thans is niet meer in geschil dat X en haar ex al op 20 november 2014 samen de keuze hadden gemaakt om de uitdeling uitsluitend bij de ex te belasten.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor het wijzigen van een tot stand gekomen onderlinge verdeling van een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel is vereist dat een dergelijk verzoek gezamenlijk wordt gedaan. Aangezien mevrouw X niet instemt met de voorgestelde wijziging kan het – eenzijdige – verzoek van de curator van de ex niet leiden tot wijziging van de verdeling. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 2.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Insolventierecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 oktober

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen