X is eigenaar van een woning gelegen onder een hoogspanningsverbinding. In 2012 is er voor het eerst sprake van plannen om te komen tot een regeling om bewoners van zulke woningen uit te kopen. De minister van Economische Zaken stuurt in april 2013 een voorstel naar de kamer. In oktober 2013 wordt X door de gemeente geïnformeerd dat zijn woning op de (concept)lijst staat voor woningen die onder de regeling vallen. Op 1 januari 2017 komt de regeling uiteindelijk tot stand. In geschil is de WOZ-waarde 2016 (waardepeildatum 1 januari 2015) van de woning.
Hof Den Haag oordeelt dat in de WOZ-waarde zoals die door de rechtbank is vastgesteld (€ 143.000) voldoende rekening is gehouden met de invloed van de uitkoopregeling. Het hof stelt voorop dat de uitkoopregeling geen aanleiding is om de toestandsdatum te verleggen van 1 januari 2015 naar 1 januari 2016. Dit omdat pas in het kalenderjaar 2016 vast is komen te staan hoe de ‘uitkoopsom' vastgesteld zou worden. Wat betreft de WOZ-waarde kan niet worden aangesloten bij deze uitkoopsom die de gemeente bereid is te betalen. Dit omdat deze regeling op de waardepeildatum nog niet in werking was getreden. Op de waardepeildatum was er dus nog geen koper bereid de woning te kopen voor een bedrag gelijk aan de (geïndexeerde) uitkoopsom (te weten € 177.000). Het hof acht ook de taxatie van X (€ 71.000) onbruikbaar omdat die uitgaat van de waarde in verhuurde staat. De rechtbank heeft op de juiste wijze rekening gehouden met de waardedruk, door op de waarde van zowel grond als opstal een aftrek van 20% toe te passen. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 17 oktober