Belanghebbenden, de erven X, maken in 2013 gebruik van de inkeerregeling. Hun zuster, mevrouw X, had namelijk bij haar overlijden in 2007 een buitenlandse bankrekening met een saldo van € 35.000. De inspecteur ontdekt echter dat de vader van de erven X bij zijn overlijden in 2001 een groot Zwitsers vermogen had. De erven X gaan vervolgens akkoord met de vaststellingsovereenkomst, waarbij ook alsnog het verzwegen vermogen van hun vader in de heffing van successierecht en inkomstenbelasting wordt betrokken. Volgens Rechtbank Noord-Holland zijn de erven X gebonden aan de overeenkomst. Zij stellen in hoger beroep dat hun toenmalige adviseur niet heeft verteld dat het vermogen van hun vader ook onderdeel van de deal was.
Hof Amsterdam oordeelt dat sprake is van een rechtsgeldig tot stand gekomen vaststellingsovereenkomst, ondanks dat de erven X deze zonder te lezen hebben ondertekend en dat zij onkundig waren van de aanbiedingsbrief van de inspecteur. Er is voor het overige dus geen bezwaar en beroep mogelijk. Het in één navorderingsaanslag vervatten van door twee belastingplichtigen verschuldigde belastingen is ook niet zozeer in strijd met het recht dat niet op nakoming ervan mag worden gerekend. Het opleggen van één navorderingsaanslag berustte namelijk op de afspraak, die in de aanbiedingsbrief voldoende was toegelicht. Het beroep van de erven X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16