Mevrouw X dient in juli 2018 haar IB-aangifte over 2017 in. In geschil is of vervolgens terecht een verzuimboete van € 369 is opgelegd. Volgens X heeft zij in de periode van 3 april 2018 tot en met 31 juli 2018 meermalen contact gehad met de Belastingtelefoon en om uitstel verzocht. In februari 2019 wordt de inspecteur door X in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een uitspraak op bezwaar. 'Vanwege de hoge kosten die zijn verbonden aan de ingebrekestelling' wordt X niet uitgenodigd voor een hoorgesprek. Nog binnen de termijn waarin X kon aangeven of zij een hoorzitting wilde, is daarom uitspraak op bezwaar gedaan.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur een dwangsom heeft verbeurd ondanks dat binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling alsnog uitspraak op bezwaar is gedaan. De inspecteur heeft namelijk uiterst onzorgvuldig en onbehoorlijk gehandeld door X niet te horen. Het hoorgesprek had uiterlijk 14 dagen na 21 februari 2019 kunnen plaatsvinden, zodat de dwangsom wordt vastgesteld op € 567, zijnde veertien dagen van € 23 en zeven dagen van € 35. De boete is wel terecht, omdat X niet aannemelijk maakt dat zij telefonisch uitstel heeft verzocht en gekregen. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 26 augustus