Rechtbank Noord-Holland ziet geen processueel belang bij het beroep indien in bezwaarfase niet is verzocht om schadevergoeding, nu voor het in behandeling nemen van een afzonderlijk verzoek om schadevergoeding door de belastingrechter geen grond bestaat.

Aan belanghebbende, X, worden diverse navorderingsaanslagen IB/PVV en vermogensbelasting opgelegd met boeten vanwege het feit dat X een bankrekening bij de KB Lux niet heeft aangegeven in zijn belastingaangiften.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X na de vernietiging van de navorderingsaanslagen IB/PVV 1990 en 1991 (inclusief verhogingen en heffingsrentebeschikkingen) geen procesbelang meer heeft bij zijn beroep. Het verzoek van X om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn levert op zichzelf geen procesbelang op. Er ontbreekt namelijk een appelabel besluit van de inspecteur hierover, omdat X zijn verzoek pas in de beroepsfase heeft gedaan. Dit verzoek vormt onvoldoende grond voor het vaststellen van een processueel belang voor de aanslagen. Voor het in behandeling nemen door de belastingrechter van een afzonderlijk verzoek om schadevergoeding bestaat geen wettelijke grondslag. In de andere zaken van X, waar de aanslagen niet in bezwaar zijn vernietigd, oordeelt de rechtbank dat evenmin recht bestaat op immateriële schadevergoeding, ondanks een tijdsverloop van ruim acht jaar. De rechtbank komt tot dit oordeel gelet op de complexiteit en omvang van de zaken, alsmede gelet op de procesopstelling van X (instemming met aanhouding).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Algemene wet bestuursrecht 1:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

0

Gerelateerde artikelen