Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het EU-verdedigingsbeginsel niet verder strekt dan dat de geadresseerde van een besluit in de gelegenheid moet worden gesteld om zijn opmerkingen kenbaar te maken voordat het besluit wordt genomen. 

De heer X koopt een Mercedes-Benz CLS 5.5 AMG, die afkomstig is uit een andere EU-lidstaat. Voor zijn BPM-aangifte maakt X gebruik van de koerslijst van X-Ray. Aangezien het onderhavige type daarin niet voorkomt, kiest X voor ‘de beste gelijkende versie in rangorde naar beneden toe'. X voldoet aldus € 4.981 aan BPM. In geschil is of de inspecteur terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd van € 932. De herberekening is gebaseerd op de koerslijst van Autotelex waarin het onderhavige type wel is vermeld. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant hoeft de inspecteur de onjuiste handelswijze van X niet te volgen, aangezien het type wél voorkomt in de andere koerslijst. Er is dan niet meer in geschil dat de naheffing moet worden verminderd tot € 698. X claimt met succes vergoeding van immateriële schade in verband met het overschrijden van de redelijke termijn. Weliswaar staat op het bezwaarschrift een ontvangststempel van 14 april 2015, maar uit de overige gedingstukken blijkt dat het bezwaar is ingekomen op 3 april 2015. De redelijke termijn is dus met negen dagen overschreden, wat moet worden afgerond op een halfjaar. X heeft daarom recht op € 500. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het EU-verdedigingsbeginsel niet verder strekt dan dat de geadresseerde van een besluit in de gelegenheid moet worden gesteld om zijn opmerkingen kenbaar te maken voordat het besluit wordt genomen. X stelt dus vergeefs dat hij door de inspecteur niet is uitgenodigd voor een hoorgesprek. X stelt wel terecht dat de inspecteur wettelijke rente is verschuldigd over de door de rechtbank aan hem toegekende immateriële schadevergoeding. De inspecteur wordt daarom veroordeeld tot vergoeding van de immateriële schade van € 500, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag nadat vier weken zijn verstreken na de openbaarmaking van de uitspraak van de rechtbank (13 april 2017) tot aan de dag van algehele voldoening. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 14 maart

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen