Belanghebbende, X, exploiteert een coffeeshop. Na een bedrijfsbezoek in 2006 volgen in 2009 drie WTP's en een boekenonderzoek. Aansluitend legt de inspecteur X navorderingsaanslagen IB op over 2005 t/m 2007 en vergrijpboeten ter hoogte van 50% van de navorderingsaanslag. Dit in verband met ernstige tekortkomingen in de administratie.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de administratieplicht van een exploitante van een coffeeshop inhoudt dat op systematische wijze de inkoop van softdrugs in de administratie wordt vastgelegd. Zonder een gedegen inkoop- en voorraadadministratie kan immers niet worden voldaan aan de administratieplicht. De inspecteur had geconstateerd dat de ontvangen softdrugs werden gesaldeerd met inkopen en dat de marge vervolgens per week in het kasboek werd geboekt met de omschrijving ‘omzet extra'. Door slechts eenmaal per week de marge in het kasboek te vermelden, zonder afzonderlijke registratie van de met de inkoop en verkoop gemoeide bedragen en zonder de primaire bescheiden te bewaren, was de kasadministratie onvolledig en onvoldoende controleerbaar, zo oordeelt de rechtbank. De rechtbank oordeelt verder dat de correcties waren gebaseerd op een redelijke schatting. V.w.b. de vergrijpboeten oordeelt de rechtbank dat X willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat de omzet die zij had aangegeven te laag was zodat de boeten passend en geboden waren. Wel kwamen partijen overeen dat de boeten wegens undue delay nog met 15% moesten worden gematigd. Dit resulteerde in een totaal bedrag aan boeten van bijna € 35.000. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond v.w.b. de navorderingsaanslagen maar gegrond v.w.b. de boeten.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingrecht algemeen
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 21 oktober