Belanghebbende, X, heeft op zijn aangiftebiljet ib/pvv over het jaar 1996 op de daartoe bestemde plaats zijn nieuwe adres in België vermeld (adres 1). Dit adres is bij de Belastingdienst tot 19 februari 2003 geregistreerd als X' woonadres. Vanaf 9 december 2003 is bij de Belastingdienst als adres van X (adres 2) te België geregistreerd. Bij brief van 12 juli 2001 heeft de werkgever van X een verbeterde loonopgaaf verzonden aan de Belastingdienst buitenland te Heerlen. Op de verbeterde loonopgaaf van X over het jaar 2000 is als zijn woonadres, adres 2 te België, vermeld. X heeft de aangifte ib/pvv voor het jaar 2000 niet ingediend. De inspecteur heeft de aanslag ambtshalve vastgesteld met inachtneming van de gegevens zoals die volgens de loonbelastingadministratie bij hem bekend waren. De aanslag met dagtekening 20 augustus 2003 is verzonden aan het adres 1 in België. Toepassing van de 35%-regeling, waar X recht op heeft, is daarbij achterwege gebleven. X heeft op 27 september 2004 bezwaar ingesteld. De inspecteur wijst het bezwaar af. X komt in beroep.
Rechtbank Breda overweegt dat de bezwaartermijn aanvangt op 21 augustus 2003 en deze is op 1 oktober 2003 verstreken. Het bezwaarschrift is dus buiten de termijn ingediend. Nu X geen adreswijziging gestuurd heeft naar de Belastingdienst (met bestrekking tot zijn verhuizing naar adres 2) is het aan X zelf te wijten dat de aanslag hem niet eerder heeft bereikt. Het bezwaar is buiten de termijn ingediend. De inspecteur had bezwaar niet-ontvankelijk moeten verklaren. Nu dit niet is gebeurd is het beroep in zoverre gegrond.