Hof Arnhem overweegt dat geen sprake is van een ambtelijk verzuim bij de correctie van ondernemersfaciliteiten.

Belanghebbende, X, is in de jaren 2006 en 2007 twee dagen in de week in dienstbetrekking werkzaam. Daarnaast heeft X sinds 2003 een eenmanszaak, waarin activiteiten op het gebied van financiële planning worden verricht. De winst uit onderneming bedroeg in die jaren € 3946 (2006) en negatief € 1445 (2007). X claimt in zijn aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekering over de jaren zelfstandigen- en startersaftrek, een aftrek uit hoofde van de kleine ondernemersregeling en MKB-winstvrijstelling. Op 9 oktober 2008 en 25 maart 2009 zijn de definitieve aanslagen over 2006 en 2007 conform de ingediende aangiften opgelegd. Naar aanleiding van een in december 2009 uitgevoerd boekenonderzoek bij X worden  navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2006 en 2007 opgelegd met beschikkingen heffingsrente onder andere omdat X niet aan het urencriterium heeft voldaan. X komt uiteindelijk in hoger beroep. In geschil is of de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de inspecteur beschikt over een zogenoemd nieuw feit.

Hof Arnhem overweegt dat er geen sprake is van een ambtelijk verzuim. Het feit dat de Belastingdienst weet dat X vier jaar een (startende) ondernemer is, brengt niet mee dat de inspecteur aan de juistheid van de aangiften in redelijkheid behoorde te twijfelen. Er bestond de niet onwaarschijnlijke mogelijkheid dat de in de aangiften opgenomen gegevens juist waren. Aangezien er geen sprake is van een ambtelijk verzuim, kon de inspecteur de navorderingsaanslagen opleggen. De navorderingsaanslagen worden niet verminderd en er is ook geen aanleiding voor een vermindering van de in rekening gebrachte heffingsrente. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem

1

Gerelateerde artikelen