Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de officiële CO2-uitstoot een gegeven kenmerk is en dat deze niet als een variabele kan worden aangevoerd om eerder in Nederland geregistreerde auto’s met een lagere CO2-uitstoot als gelijksoortig te beschouwen.

X bv doet BPM-aangiften voor drie gebruikte BMW's op diesel en voldoet € 6319, € 15.869 en € 16.022. Volgens Rechtbank Den Haag heeft X bv voor de twee laatste auto's recht op een extra leeftijdskorting en verlaagt deze BPM tot respectievelijk € 13.141 en € 14.916. X bv stelt in hoger beroep dat bij de aangiften van te hoge CO2-uitstootwaarden is uitgegaan.

Hof Den Haag oordeelt dat de officiële CO2-uitstoot een gegeven kenmerk is en dat deze niet als een variabele kan worden aangevoerd om eerder in Nederland geregistreerde auto’s met een lagere CO2-uitstoot als gelijksoortig te beschouwen (zie HR 3 april 2020, 18/01389, V-N 2020/17.14). De bewijslast dat de CO2-uitstoten te hoog zijn aangegeven, rust op X bv. Zij maakt niet aannemelijk dat het enige verschil tussen de referentievoertuigen en de onderhavige auto’s de CO2-uitstoot is en dat dit het uitsluitende gevolg is van een verschil in meetmethode. De restantvoorraadregeling geldt alleen voor nieuwe auto's, die zijn per definitie niet gelijksoortig aan gebruikte auto's. Het beroep van X bv is daarom ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 6a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 5 januari

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen