Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente Meijerijstad geen leges mag heffen voor het plaatsen van een tijdelijke woonunit. De gemeente wekt namelijk het vertrouwen dat geen leges verschuldigd zijn.

X laat eind 2018 een woning bouwen. In de zomer van 2018 informeert X bij de gemeente naar de mogelijkheden voor het plaatsen van een tijdelijk woonunit op het perceel. Tijdens de bouw kan X dan met zijn gezin hierin verblijven. De gemeente zegt toe dat geen leges verschuldigd zijn voor de tijdelijke woonunit en verwijst naar haar beleid op dit punt. Op 14 november 2018 krijgt X de vergunning. Echter per 1 december 2018 wijzigt de gemeente haar beleid en brengt alsnog leges in rekening.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X er op mocht vertrouwen dat geen leges verschuldigd zijn. De heffingsambtenaar schendt het vertrouwensbeginsel. X informeert gericht naar de regels voor het plaatsen van een tijdelijke woonunit. Hierop krijgt X van de gemeente een eenduidig antwoord dat geen leges verschuldigd zijn. Ook staat niet vast dat X is geïnformeerd over de beleidswijziging. X mag er dus op vertrouwen dat hij geen leges hoeft te betalen. De rechtbank vernietigt de legesaanslag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 9 juni

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen