Belanghebbende, X bv, ontvangt door toedoen van een frauderende ambtenaar een teruggaaf dividendbelasting van € 19,5 miljoen. X bv had op die teruggave feitelijk geen recht. Op de dag van ontvangst is het grootste deel overgemaakt naar een buitenlandse bankrekening. Er loopt een strafprocedure tegen de betreffende ambtenaar en zijn medeplichtigen. In geschil is of terecht een VPB-navorderingsaanslag is opgelegd van € 19,5 miljoen. Niet in geschil is dat de ambtenaar fraude heeft gepleegd en dat daartoe opzettelijk onjuiste gegevens in de systemen van de Belastingdienst zijn ingevoerd. Volgens Rechtbank Gelderland wordt voldaan aan de voorwaarden voor navordering, aangezien er ten onrechte verrekening van dividendbelasting heeft plaatsgevonden (art. 16-2-a AWR). X bv gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van een onverschuldigde betaling door de Belastingdienst die alleen via de civiele rechter kan worden teruggevorderd. Navordering is niet mogelijk, omdat er niet te weinig belasting is geheven. Ten overvloede wordt overwogen dat de inspecteur niet heeft gesteld dat de betrokkenen hebben samengespannen om door fraude de beschikkingsmacht over het geld te krijgen. De opbrengst had bij X bv dan mogelijk als opbrengst uit criminele activiteiten belast kunnen worden. De vernietiging van de aanslag zal voor ‘buitenstaanders' wellicht als minder redelijk worden ervaren, maar in het kader van de onderhavige rechtsstrijd is deze beslissing onontkoombaar. Het beroep van X bv is gegrond.
Lees ook het thema Navordering.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 juli