Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de onderneming objectief gezien geen bron van inkomen is. In de jaren vóór de arbeidsongeschiktheid en na de re-integratie is namelijk ook steeds verlies geleden. Na het behalen van zeer beperkte omzetten is de onderneming inmiddels gestaakt.

X trekt in zijn IB-aangifte over 2017 een verlies uit onderneming af van € 3156. In hetzelfde jaar ontvangt hij een ziektewet-uitkering van € 37.426. De aangifte wordt door de Belastingdienst uit het systeem geworpen, waarna de inspecteur een onderzoek start. In geschil is of het verlies vervolgens terecht niet is geaccepteerd. In de periode 2012 tot en met 2017 is door X geen enkele omzet gerealiseerd, terwijl de kosten wel doorliepen. Volgens X is dit verschoonbaar, omdat hij door zijn ziekte in 2015 en 2016 volledig arbeidsongeschikt was en in 2017 ook deels niet kon werken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de onderneming objectief gezien geen bron van inkomen is. In de jaren vóór de arbeidsongeschiktheid en na de re-integratie is namelijk ook steeds verlies geleden. In 2018 en 2019 zijn zeer beperkte omzetten behaald en de onderneming is inmiddels gestaakt. De aangifte over 2017 is niet uitgeworpen op basis van 'big data' en X is ook niet anderszins slachtoffer van willekeur. Het beroep is alleen gegrond, omdat alsnog scholingsaftrek van € 80 is geaccepteerd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 7 juli

32

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen