De Hoge Raad oordeelt dat voor elke vanaf 1 juli 2011 gedane uitspraak op bezwaar heeft te gelden dat de inspecteur zich slechts op omkering en verzwaring van de bewijslast kan beroepen als een informatiebeschikking onherroepelijk is geworden of als de vereiste aangifte niet is gedaan.

Mevrouw X exploiteert een juweliersbedrijf. Na een boekenonderzoek legt de inspecteur een btw-naheffingsaanslag aan X op. De aanslag is bij uitspraak op bezwaar van 7 januari 2013 gehandhaafd. Met betrekking tot de aanslag is geen informatiebeschikking vastgesteld. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. Volgens Hof Den Haag moet reeds vanwege het niet nakomen van de administratieve verplichtingen de bewijslast worden omgekeerd en verzwaard. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat voor elke vanaf 1 juli 2011 gedane uitspraak op bezwaar heeft te gelden dat de inspecteur zich slechts op omkering en verzwaring van de bewijslast kan beroepen als een informatiebeschikking onherroepelijk is geworden of als de vereiste aangifte niet is gedaan. Ook ten aanzien van de administratieve verplichtingen is de omkering en verzwaring van de bewijslast afhankelijk van een informatiebeschikking (zie HR 2 oktober 2015, nr. 14/02335, V-N 2015/18.5). Het beroep van X is gegrond. Verwijzing volgt naar Hof Amsterdam om alsnog de stelling van de inspecteur te behandelen dat X niet de vereiste aangiften heeft gedaan.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 25

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 12 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen