Belanghebbende, X, drijft in de vorm van een eenmanszaak een steakhouse. De inspecteur legt aan X een naheffingsaanslag loonheffingen op ter correctie van niet-verloonde uren en tevens een vergrijpboete. In geschil is onder meer of de bewijslast moet worden omgekeerd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat een informatiebeschikking wegens schending van de administratie- en informatieverplichtingen voor de IB/PVV en omzetbelasting in de procedure over de naheffingsaanslag loonheffingen niet kan leiden tot omkering en verzwaring van de bewijslast. De informatiebeschikking is meer toegespitst op de inkomstenbelasting en omzetbelasting dan op de loonheffingen. De inspecteur heeft met betrekking tot de loonheffingen enkel verzocht om overlegging van werklijsten van de door het personeel gewerkte uren. Vast staat dat X niet over dergelijke lijsten beschikt. Voor het voeren van een loonadministratie bestaat echter geen verplichting om dergelijke lijsten bij te houden. Nu voorts gesteld noch gebleken is dat X op andere gronden een onvolledige loonadministratie heeft gevoerd, oordeelt de rechtbank dat er, ondanks de onherroepelijke informatiebeschikking, geen aanleiding is om in deze procedure te oordelen dat de bewijslast moet worden omgekeerd. Nu de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X loon heeft uitbetaald dat buiten de loonadministratie is gehouden, is het beroep van X gegrond. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag loonheffingen en tevens de vergrijpboete en beschikkingen heffingsrente en belastingrente.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e en 52a