De Belastingdienst legt aan X een aanslag IB/PVV 2009 op conform de ingediende aangifte. X maakt per brief van 6 augustus 2011 bezwaar tegen de aanslag en claimt daarbij (alsnog) aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Op 20 oktober 2011 stelt X de Belastingdienst in gebreke wegens het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaarschrift. Per brief van 22 oktober 2011 stelt X beroep in tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar. Per uitspraak van 10 november 2011 doet de Belastingdienst uitspraak op bezwaar. Het verzoek van X om vergoeding van de bezwaarkosten, wordt afgewezen. X trekt na de beslissing van de Belastingdienst haar beroep in, maar wenst wel een vergoeding van de kosten van beroep.
Rechtbank 's-Gravenhage stelt vast dat het beroep van X tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar prematuur was, zodat een proceskostenvergoeding niet aan de orde is. X heeft de Belastingdienst in gebreke gesteld, maar heeft, voordat zij beroep instelde, verzuimd de termijn van twee weken af te wachten die in art. 6:12 lid 2 Awb wordt voorgeschreven. Een vergoeding van de proceskosten is dan niet op zijn plaats, te meer niet omdat de Belastingdienst binnen de tweeweekstermijn, nl. op 1 november 2011, zijn bevindingen aan X heeft medegedeeld. Voor een vergoeding van de bezwaarkosten is evenmin reden, omdat de Belastingdienst niet onrechtmatig heeft gehandeld.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 13 februari