Rechtbank Overijssel oordeelt dat het procesbelang van een huurder van een sociale huurwoning die een WOZ-beschikking op eigen naam heeft gekregen geen gegeven is.
X huurt een sociale huurwoning voor €579,14 en krijgt in de hoedanigheid van gebruiker een WOZ-beschikking opgelegd met een WOZ-waarde van €129.000. Hij betwist de WOZ-waarde. Verweer stelt in beroep dat eiser geen procesbelang heeft omdat een wijziging in de WOZ-waarde geen invloed heeft op de door hem daadwerkelijk te betalen huursom en ook geen andere fiscale belangen heeft.
Rechtbank Overijssel oordeelt dat het procesbelang van een huurder van een sociale huurwoning die een WOZ-beschikking op eigen naam heeft gekregen geen gegeven is. De rechtbank volgt hiermee niet de ruime uitleg van het Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2019/1788) van het arrest van de HR (V-N 2017/51.20). Getoetst moet worden of er procesbelang is aan de hand van de van belang zijnde feiten en omstandigheden om te oordelen of huurders in een gunstigere positie kunnen komen. X zijn maximale huur volgens het woningwaarderingsstelsel wordt bij een niet reële WOZ-waarde verlaging naar € 58.000 pas onder de huur die hij nu betaalt. De door hem bepleite WOZ-waarde van €97.000 zorgt dus niet voor een lagere huur en een aanpassing van de WOZ-waarde heeft daarnaast ook geen andere fiscale gevolgen voor hem. X is derhalve niet-ontvankelijk in beroep.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 24
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Overijssel
Editie: 28 februari