Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur met ingang van 1 januari 2006 een eerder vastgestelde sectoraansluiting bij voor bezwaar vatbare beschikking kan herzien. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X houdt zich bezig met arbeidsplaatsbemiddeling en detachering. Op 1 januari 2002 neemt X de activiteiten en het personeel van Y over. Y is per 1 januari 2002 voor de premieheffing werknemersverzekeringen ingedeeld in sector 52, risicopremiegroep IIB (uitzendbedrijven die werken met overeenkomsten zonder uitzendbeding). Dit is gebeurd na overleg met het GAK. X wordt per 1 januari 2002 eveneens ingedeeld in de sector 52, risicopremiegroep IIB. Hiertegen maakt X pas in 2007 bezwaar. X verzoekt om indeling in de sector 20 Havenbedrijven met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2002. X wordt vervolgens door de inspecteur uiteindelijk per 1 januari 2006 ingedeeld in sector 20 Havenbedrijven. In geschil is primair of X terecht niet-ontvankelijk is verklaard in haar bezwaar voor zover het betrekking heeft op de periode vóór 1 januari 2006.

Hof Amsterdam (MK III, 14 juli 2011, P09/00438) oordeelt dat de inspecteur met ingang van 1 januari 2006 een eerder vastgestelde sectoraansluiting bij voor bezwaar vatbare beschikking kan herzien. De gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring is dus onterecht. Echter aangezien X in 2002 geen bezwaar heeft gemaakt tegen de voor haar geldende sectorindeling, is er geen verdere terugwerkende kracht mogelijk. Het beroep van X is deels gegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

0

Gerelateerde artikelen