De heer is vanaf 2011 houder van een oldtimer personenauto die op diesel rijdt. In geschil is of X ondanks de wetswijziging per 1 januari 2014 nog steeds recht heeft vrijstelling voor de motorrijtuigenbelasting, X stelt daartoe dat de vrijstellingsmededeling uit 2011 niet is ingetrokken. X stelt daarnaast dat de wetswijziging, met de aanscherping van de leeftijdseis tot 40 jaar, een inbreuk is op het ongestoorde genot van eigendom als bedoeld in art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. X overlegt hiertoe een taxatierapport, waarin staat dat de auto in 2012 een vervangingswaarde had van € 10.000 en door de wetswijziging nog maar € 1.100 waard is. Rechtbank stelt X in het ongelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de oldtimervrijstelling van rechtswege wordt verleend, zodat deze ook van rechtswege wordt beëindigd als niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan. De vrijstelling hoeft dus niet expliciet te worden ingetrokken. De wetswijziging is voor X alleen een individuele en buitensporige last indien en voor zover deze last zich in zijn geval sterker laat voelen dan in het algemeen (vgl. HR 10 september 2010, nr. 08/04653, V-N 2010/43.3). Dat kan zich alleen voordoen als bijzondere, niet voor alle houders van oldtimers ouder dan 25 jaren geldende, feiten en omstandigheden een buitensporige last voor hem teweegbrengen (vgl. HR 17 maart 2017, nr. 15/04187, V-N 2017/17.26). Met de overlegging van het taxatierapport voldoet X daar niet aan. X stelt vergeefs dat de nieuwe situatie moet worden vergeleken met de belastingheffing ter zake van motorrijtuigen van 25 jaren en ouder onder de vóór 2014 geldende wetgeving in Nederland alsmede onder de wetgeving in andere Europese landen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 72
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 23 oktober