Y bv vormt met haar dochtermaatschappijen Z bv en W bv een f.e. voor de VPB (FE oud). Per 1 oktober 2011 wordt FE oud in een nieuwe FE opgenomen. Belanghebbende, X bv, maakt samen met A bv en B bv onderdeel uit van deze f.e. Per 1 oktober 2011 wordt ook de onderneming van W bv, met stille reserves, overgedragen aan B bv. Vervolgens worden Y bv en W bv op 30 december 2011 ontbonden. X bv wil een voorvoegingsverlies van W bv verrekenen. Volgens de inspecteur is dit echter niet mogelijk omdat, door de liquidatie van W bv, de voorvoegingsverliezen van FE oud verloren zijn gegaan.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv het verlies niet kan verrekenen. De rechtbank merkt daarbij op dat het verlies aan Y bv is toe te rekenen en dat Y bv door de liquidatie verloren is gegaan zodat verrekening in 2012 niet meer mogelijk is. Volgens de rechtbank is Y bv na de voeging veranderd van moedermaatschappij in dochtermaatschappij binnen FE nieuw.
Lees ook het thema Fiscale Eenheid: een dynamisch regime binnen de Vpb.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 20
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15ah
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15ae
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 23 oktober