Hof Amsterdam oordeelt dat credit rating diensten niet zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Een beroep op de bankenresolutie slaagt niet.

X verstrekt rentedragende leningen aan haar aandeelhouder, een Spaanse vennootschap. X is hierdoor ondernemer voor de btw en verricht uitsluitend vrijgestelde prestaties. X verkrijgt het kapitaal voor de leningen door uitgifte van obligaties en ‘commercial papers’ op de Luxemburgse beurs. X maakt gebruik van de diensten van twee credit rating agencies, gevestigd binnen de EU maar niet in Nederland. De inspecteur stelt dat de aan X verleende diensten geen adviesdiensten zijn, maar credit rating diensten die niet zijn vrijgesteld, waardoor X verlegde omzetbelasting aan dient te geven. X gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat de vrijstelling van art. 11, eerste lid, letter i, onder 2º niet van toepassing is omdat bij credit rating geen sprake is van een handeling waarbij de obligaties en commercial papers ontstaan, wijzigen of teniet gaan. Het feit dat de credit rating noodzakelijk is voor de uitgifte maakt niet dat hierop ook de vrijstelling moet worden toegepast. Een beroep op de bankenresolutie en het vertrouwensbeginsel slagen niet. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

35

Gerelateerde artikelen