Rechtbank Breda oordeelt dat de taxateur van de gemeente, toen hij de woning van X van binnen wilde bekijken, contact had moeten opnemen met de gemachtigde in plaats van met X zelf.

Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-beschikking 2010 van zijn woning. De gemachtigde schakelt ter onderbouwing van het bezwaar een taxateur in die een taxatierapport opmaakt. Naar aanleiding van het bezwaar besluit de heffingsambtenaar van de gemeente de WOZ-waarde te verlagen van € 492.000 naar € 466.000. De heffingsambtenaar weigert echter de kosten van het door de taxateur opgemaakte taxatierapport te vergoeden. De gemeente stelt dat de kosten onnodig zijn gemaakt. Had X op 25 maart 2011 de taxateur van de gemeente binnengelaten, dan had deze onmiddellijk kunnen constateren dat de WOZ-waarde te hoog was en had de taxateur van X geen taxatierapport hoeven op te stellen.

Rechtbank Breda oordeelt dat de taxateur van de gemeente, toen hij de woning van X van binnen wilde bekijken, contact had moeten opnemen met de gemachtigde in plaats van met X zelf. Al in 1936 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een overheidsorgaan zich moet richten tot de gemachtigde, indien die het bezwaarschrift heeft ingediend (HR 28 oktober 1936, nr. B. 6230). Dat is voor wat betreft de verzending van stukken vastgelegd in art. 6:17 van de Awb. Volgens de rechtbank brengen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het in art. 3:4 Awb neergelegde zorgvuldigheidsbeginsel, met zich mee dat de heffingsambtenaar eerst in contact moet treden met de gemachtigde. Daarbij komt nog dat de opname van de woning op zeer korte termijn na de aankondiging daarvan, nl. dezelfde dag, was gepland, waardoor belanghebbendes gemachtigde niet aanwezig kon zijn. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat X de gemeentelijke taxateur terecht de toegang tot de woning heeft geweigerd. Zeker nu de gemeente na 25 maart 2011 geen contact meer heeft opgenomen voor de opname van de woning, heeft X in redelijkheid een taxatierapport laten opmaken. De kosten daarvan (€ 380,80) worden vergoed. Verder verhoogt de rechtbank de vergoeding voor rechtsbijstand met € 109 naar € 218. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

4

Gerelateerde artikelen