Advocaat-generaal Kokott concludeert dat een moedermaatschappij alleen verliezen van haar buitenlandse dochteronderneming mag verrekenen als deze onderneming rechtstreeks wordt gehouden. Een concern zou er anders voor kunnen kiezen waar ze haar verliezen gaat verrekenen.

Het Zweedse Holmen AB houdt, via Holmen Suecia Holding S.L., de aandelen in de Spaanse kleindochterondernemingen Holmen Paper Madrid S.L. en Holmen Paper Iberica S.L. De kleindochters leiden forse verliezen (circa € 140 mln), zodat Holmen AB er uiteindelijk voor kiest om haar Spaanse activiteiten af te wikkelen. In een aangevraagd prealabel advies, waarin twee scenario’s worden geschetst, komt aan de orde of Holmen AB recht heeft op aftrek van de verliezen. De afwikkeling zal er toe leiden dat Holmen AB niet langer meer zal beschikken over een onderneming in Spanje. Zowel Holmen AB als de Zweedse Belastingdienst zijn het niet eens met het advies van de adviescommissie voor fiscale vraagstukken. De Zweedse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Kokott concludeert dat een moedermaatschappij alleen verliezen van haar buitenlandse dochteronderneming mag verrekenen als deze onderneming rechtstreeks wordt gehouden. De A-G merkt hierbij op dat een concern er anders voor zou kunnen kiezen in welke lidstaat van welke dochter- of moederonderneming de ‘definitieve’ verliezen van de kleindochterondernemingen worden verrekend.

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 54

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 14 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen