Aan belanghebbende, de heer X, zijn LB/PVV-naheffingsaanslagen, alsmede vergrijpboetes opgelegd van in totaal € 115.865. In 2010 gaat X failliet. Rechtbank Haarlem matigt de boetes in verband het overschrijden van de redelijke termijn tot € 107.503. X gaat in hoger beroep. Hof Amsterdam verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat het verschuldigde griffierecht ad € 112 niet is betaald. X gaat in verzet.
Hof Amsterdam oordeelt dat het verzet van X gegrond is en verlaagt het griffierecht tot € 20. Dit volgt uit art. 6 lid 1 EVRM en het effectief recht op toegang tot de onafhankelijke rechter als algemeen rechtsbeginsel. Dit beginsel is met name van toepassing bij geschillen die betrekking hebben op gedwongen bijdragen aan de overheid. De financiële positie van X en zijn echtgenote is dusdanig slecht dat het volledig in rekening brengen van het griffierecht een wezenlijke belemmering van het toegangsrecht zou zijn. Als deze uitspraak onherroepelijk is komen vast te staan en X de € 20 betaald heeft, dan zal de behandeling van het hoger beroep worden voortgezet in de stand waarin het zich op 8 maart 2012 bevond.