Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar de hoorplicht schendt.

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de aanslag zuiveringsheffing. X stelt dat de verordening waarop deze aanslag is gebaseerd onverbindend is wegens overschrijding van de opbrengstlimiet. Tevens is in geschil of X in de bezwaarfase ten onrechte niet is gehoord.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar de hoorplicht schendt. De heffingsambtenaar vermeldt in de uitspraak van het bezwaar dat hij het verzoek om gehoord te worden afwijst omdat het bezwaar kennelijk ongegrond is. De rechtbank is van oordeel dat X door de gang van zaken rondom het horen is benadeeld. De uitspraak op bezwaar wordt vernietigd. De beroepsgrond van X inzake de onverbindendheid van de verordening slaagt niet.

Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122d

Algemene wet bestuursrecht 8:72

Algemene wet bestuursrecht 6:22

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 14 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen