Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht overdrachtsbelasting heft in verband met de terugverkrijging van de economische eigendom van de onroerende zaak. Er is namelijk geen sprake van een verkrijging van de juridische eigendom gevolgd door die van de economische eigendom. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Belanghebbende, het Duitse X, verkrijgt op 31 mei 2000 de volledige eigendom van een onroerende zaak. Zij brengt de haar in rekening gebrachte BTW geheel in aftrek en doet een beroep op de samenloopvrijstelling (art 15 lid 1 onderdeel a WBR). Op 15 september 2000 draagt X de economische eigendom over aan A. Op 18 januari 2016 verkrijgt X de economische eigendom van de onroerende zaak weer terug van A. X is het niet eens met de door haar verschuldigde overdrachtsbelasting. Volgens X moet de heffingsmaatstaf op grond van art. 9 lid 4 WBR worden verminderd naar nihil.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant (V-N Vandaag 2020/2114) oordeelt dat de inspecteur terecht overdrachtsbelasting heft in verband met de terugverkrijging van de economische eigendom van de onroerende zaak. De rechtbank overweegt daarbij dat er geen sprake is van een verkrijging van de juridische eigendom gevolgd door die van de economische eigendom. X heeft namelijk de economische eigendom terugverkregen nadat eerder de volledige (juridische en economische) eigendom was verkregen, gevolgd door vervreemding van de economische eigendom. Verder is er ook geen plaats voor een vermindering van de heffingsmaatstaf. Bij de eerdere verkrijging van de volledige eigendom is namelijk geen sprake geweest van heffing van overdrachtsbelasting of van BTW die in het geheel niet in aftrek is gebracht. De rechtbank verwerpt verder ook nog het beroep van X op het beleid. Uit het Besluit waar X zich op beroept, volgt volgens de rechtbank dat de daarin opgenomen goedkeuring niet geldt bij terugverkrijging van economische eigendom.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Wet op belastingen van rechtsverkeer 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad

Editie: 24 maart

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen