Rechtbank Gelderland oordeelt dat een informatiebeschikking die nog niet onherroepelijk vaststaat, komt te vervallen wanneer de inspecteur uitspraak doet op een bezwaar tegen een aanslag waarop de informatiebeschikking betrekking heeft.

Belanghebbende, X, ontvangt een brief waarin de Belastingdienst een boekenonderzoek aankondigt voor de aangiften IB/PVV vanaf 2006 en een onderzoek bij een drietal vennootschappen van X. Als X niet alle gevraagde inlichtingen verstrekt, legt de Belastingdienst X met dagtekening 20 april 2012 een informatiebeschikking op. Op 27 april 2012 wijst de inspecteur het bezwaar van X af, dat gericht is tegen de aanslag IB/PVV 2008. In beroep is enkel de informatiebeschikking in geschil.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat een informatiebeschikking die nog niet onherroepelijk vaststaat, komt te vervallen wanneer de inspecteur uitspraak doet op een bezwaar tegen een aanslag waarop de informatiebeschikking betrekking heeft. Met ‘beschikking' in art. 52a lid 3 AWR wordt ook gedoeld op een uitspraak op bezwaar, aldus de rechtbank. Uit de wetsgeschiedenis kan niet worden afgeleid dat de informatiebeschikking in dit geval nog voor een deel, namelijk voor de jaren waarover de inspecteur nog geen uitspraak op bezwaar heeft gedaan, in stand zou kunnen blijven. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de informatiebeschikking in zijn geheel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

0

Gerelateerde artikelen