De Hoge Raad oordeelt dat de niet-ontvankelijkverklaring door het hof onterecht is aangezien het hoger beroep van X bv reeds de gronden ervan bevatte.

X bv laat haar gemachtigde bezwaar maken tegen aanmaningskosten betreffende een aan haar opgelegde verzuimboete. De belastingdienst verklaart het bezwaarschrift ongegrond. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de belastingdienst doordat X bv op de valreep de boete heeft betaald nooit aanmaningskosten in rekening heeft gebracht waartegen X bv bezwaar had kunnen maken. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt X bv wegens lichtvaardig procederen in de proceskosten van de belastingdienst. Hof Amsterdam verklaart het hoger beroep eveneens niet-ontvankelijk omdat X bv heeft nagelaten om de gronden van het hoger beroep aan te voeren. Het hof verklaart het door X bv gedane verzet vervolgens ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de niet-ontvankelijkverklaring door het hof onterecht is aangezien het hoger beroep van X bv reeds de gronden ervan bevatte. Het hogerberoepschrift luidt: "Tegen de hierboven genoemde uitspraak wordt beroep ingesteld. De gronden van het beroep worden binnenkort gestuurd. Ten onrechte is onder andere geoordeeld dat niet sprake is van een besluit en, kennelijk, dat sprake is van een besluit onder opschortende voorwaarde." Aan de ontvankelijkheid kan niet afdoen dat X bv in het hogerberoepschrift de gronden van het beroep heeft aangekondigd en die vervolgens niet heeft gegeven. Deze omstandigheden kunnen immers niet bewerkstelligen dat het hogerberoepschrift, dat bij de indiening voldeed aan de eisen van art. 6:5 Awb daaraan nadien niet meer voldeed (HR 25 juli 2000, nr. 34 990, BNB 2000/333). De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X bv gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

1

Gerelateerde artikelen