Belanghebbende, X, heeft voor het jaar 2008 een aanzienlijk bedrag aan persoonsgebonden aftrek in aanmerking genomen. In hoger beroep is in geschil of X recht heeft op een aanvullend bedrag aan persoonsgebonden aftrek ter zake van de herinrichting van een tuin ter grootte van € 29.487 en of X recht heeft op aftrek voor scholingsuitgaven. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van scholingsuitgaven, maar (op grond van het vertrouwensbeginsel) wel op de aanvullende aftrek voor herinrichting tuin van € 29.487.
Hof Den Haag oordeelt in een hersteluitspraak dat in de uitspraak en het dictum ten onrechte geen bedrag aan niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek als bedoeld in art. 6.2a Wet IB 2001 in aanmerking is genomen. Het hof verbetert via een hersteluitspraak deze (kennelijke) fout in zijn uitspraak van 2 maart 2016, nr. BK-15/00908. Na het doen van de uitspraak heeft het hof ambtshalve de fout ontdekt. Desgevraagd hebben partijen erkend dan wel niet weersproken dat bij kennisneming van de uitspraak aanstonds duidelijk was dat daarin een fout was geslopen doordat daarin geen toepassing is gegeven aan art. 6.2a Wet IB 2001. De partijen hebben tegen de voorgenomen verbetering geen bezwaar gemaakt. Het hof voert de verbetering door, hetgeen meebrengt dat de overweging 7.9 en het dictum van de uitspraak zijn gewijzigd.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:70